Bijenheuvel met graafwespen en zandbijen
Bij de naam wespen gaat vaak een alarmbelletje af. Je denkt dan meteen aan die in zwart en geel gestoken insecten die het hebben voorzien op zoetigheden. Vooral als je op een terras zit kan dat heel vervelend zijn. Het zijn echte volhouders en als je ze opjaagt brengen ze hun angel als bedreigend wapen in stelling. Vaak is het verstandiger om dan maar een ander rustiger plekje te zoeken.
Bij de bijenheuvel in Thijsse’s Hof tref je ook wespen aan. Ze lijken qua uiterlijk op de beruchte wespen, maar hun leefwijze is totaal anders. Deze graafwespen leven en wonen bijvoorbeeld niet met elkaar in een wespennest zoals de gewone wespen. De graafwespen leven solitair; ieder vrouwtje graaft haar eigen gangetje in het zand. Dat is nu juist wat je kunt zien in bijenheuvel. De graafwesp valt op bij uit- en invliegen van de nestgang. Om dat te zien moet je geluk of anders geduld hebben.
De graafwesp maakt verticale gangen in het zand om eitjes te leggen. In een klein hoopje zand zit de opening in het midden. Makkelijk om de ingang weer dicht te maken. Zoals hierboven geschreven, heeft iedere graafwesp zijn eigen gangetje (solitair), maar er kunnen wel meerdere bij elkaar in de buurt zijn. Kijk maar eens goed. Zo’n gang is toch wel gauw twintig tot dertig centimeter diep. Andere mogelijkheden voor de graafwesp om eitjes te leggen is om gebruik te maken van boomstronken en plantenstengels.
Voor zandbijen geldt in feite hetzelfde als voor graafwespen. In tegenstelling tot de honingbij leven zij alleen. Omdat ze enkel met zichzelf te maken hebben, zullen ze alleen steken als zij worden bedreigd. Als je rustig kijkt is er geen gevaar. Bovendien hebben zandbijen (alleen de vrouwtjes) een zeer korte angel waarmee ze niet door onze huid kunnen komen.
In het algemeen voeden ze zich met nectar en stuifmeel. Ze graven een nest in het zand waarvan de ingang vaak is te herkennen aan het hoopje grond er omheen. Het nestje ligt, afhankelijk van de soort, op 5 tot 60 centimeter diepte. Veelal een eenvoudig tunneltje, soms uitgebreid met wat zijtakken. De nestcellen bevatten een klompje stuifmeel waarop het vrouwtje een eitje heeft gelegd. De nestcel wordt daarna afgesloten.