Bloemendaalse duinen en Thijsse

Henk Wijkhuisen gaf in het kader van de Maand van de Geschiedenis op zondag 19 oktober 2025 in Thijsse’s Hof een lezing over Thijsse en de Bloemendaalse duinen.

Wijkhuisen is één van de auteurs van het boek ‘Het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, de stilte van de natuur heeft veel geluiden’ dat eind november 2025 verschijnt.

In november 1950 werd het Nationaal Park De Kennemerduinen geopend voor het publiek. En dit jaar werd precies 30 jaar geleden het Nationaal Park Zuid-Kennemerland opgericht. De Kennemerduinen werden in dit grotere nationale park opgenomen.

Hieronder een korte impressie.

Thijsse had goede relaties met de duineigenaren en daardoor vrijwel overal toegang. Zijn vriendschap met Adolphe Burdet, een van de eerste natuurfotografen in ons land, verleende hem toegang tot de uitgestrekte duinen die toebehoorde aan de familie Borski-Van der Vliet. Deze familie was eigenaar van vrijwel het gehele duingebied in de gemeente Bloemendaal en besloeg een groot deel van wat in 1995 het Nationaal Park Zuid-Kennemerland zou worden.
Burdet was getrouwd met Olga van der Vliet en woonde op de buitenplaats Lindenheuvel. Thijsse was hier vaak te gast en genoot van de films en glasdia’s die Burdet maakte van de natuur in de omgeving. In veel publicaties van Thijsse gebruikte hij de foto’s van Burdet. Ooit had Thijsse een foto nodig van een nest met jonge wulpen. Daarop stuurde Burdet zijn jachtopzichter Cor Bakker op pad. Die moest vanaf zijn woning, de nog bestaande duinboerderij Het Jachtduin, zes kilometer ver lopen naar het Houtglop. En dat een paar keer per dag, om te zien of de wulp al jongen had.

Naar verluidt startte Thijsse zijn wandelingen in de duinen vaak ter hoogte van de huidige Algemene Begraafplaats aan de Bergweg. Dankzij Thijsse weten we dat er in zijn tijd wel een dozijn nachtzwaluwen aan de binnenduinrand broedden. Ook trof Thijsse nog de velduil aan als broedvogel en in het Spinnenkoppevlak nog honderden broedende visdiefjes. Op een originele kaart in het Instructielokaal van Thijsse’s Hof heeft Thijsse een aantal van deze vindplaatsen ingetekend.
Ook op botanisch gebied heeft Thijsse veel geschreven over zijn waarnemingen in de duinen van Bloemendaal. Maar hij uitte zich ook duidelijk tegen een aantal in zijn ogen negatieve zaken.

De toenemende verdroging van de duinen door de ondiepe grondwaterwinning en de vraatzucht van het konijn. Al in 1931 merkte hij op in het tijdschrift van de Levende Natuur dat “de heerlijke rijke valleien” verdroogden en in saaie kruipwilg-hondstong veranderden. In enkele tientallen jaren tijd sinds de start van de grondwaterwinning in 1898 verdroogde het duin exponentieel.

Thijsse was een uitgesproken voorstander van uitroeiing van het konijn. Omstreeks 1910 stond het hondskruid, een orchidee, nog volop in de duinen van Bloemendaal, maar is door konijnenvraat geheel verdwenen. Dat gold ook voor de toch al zeldzame bokkenorchis. “Tegenwoordig mag men wel zeggen dat wat er thans in de duinen nog groeit, daar staat bij de gratie van het konijn”. Het duin moest ook volgens Thijsse worden vastgelegd: ”Als waarschuwing zien we in het Rietveld nog sporen van een onvoldoende beteugeling van verstuiving uit den mobilisatietijd van 1914-1918”.
Ook over de toegankelijkheid van de duinen had Thijsse ideeën. Hij was een van de eerste pleitbezorgers voor behoud van de Nederlandse duinen. In een boekje “Onze duinen” uit 1943 pleitte hij voor één groot nationaal duinpark van Cadzand tot Den Helder, waarin hij nog eens samenvatte hoe hij over de toekomst dacht: “Eén groot nationaal park in de duinen van Cadzand tot Rottum, konijnen weg (…) geen druppel water meer aan het duin onttrekken”. De voor publiek gesloten Bloemendaalse duinen mochten van hem alleen bestemd worden voor wandelaars, in bezit van een wandelkaart en “niet voor gezelschappen dan van ten hoogste 15 personen onder een verantwoordelijk leider”. De duinen moesten vooral rustig blijven. Rust die volgens Thijsse vooral te danken was aan de “jacht minnende eigenaars”. In een nota over de duinen van Bloemendaal in 1941 was hij ook uitgesproken tegen een “autorenbaan in Zandvoort” en tegen een strandboulevard van Noordwijk naar IJmuiden. De eerste werd in 1995 in het 50e sterfjaar van Thijsse helaas een feit met de toekenning van de zogenaamde A-status. Een boulevard is gelukkig nooit gerealiseerd.